12 augustus 2022
De complexiteit van de zorgvraag neemt toe. Per cliënt staan er minder verpleegkundigen en verzorgenden aan het bed. Reden te meer dat je erop wilt vertrouwen dat je naaste collega’s de eigen bevoegd- en bekwaamheden op orde hebben. Als ervaren gediplomeerd verpleegkundige kijk je tijdens praktijktoetsing mee op de vingers van collega-verpleegkundigen en -verzorgenden. Voeren zij de handeling goed uit? Zijn er nog punten ter verbetering? Als praktijktoetser houd je samen met je collega’s de regie van kwaliteitszorg in eigen hand. Vanuit mijn ervaring in de zorg vertel ik graag hoe je dit op een goede manier aanpakt.
Kwaliteit naar hoog niveau
Sinds twee maanden werk ik als Consultant Leeroplossingen bij Noordhoff Professional. Ooit begon ik als verpleegkundige in het ziekenhuis en groeide daar door tot kwaliteitsadviseur. Vanuit die hoedanigheid weet ik praktisch wat er komt kijken bij een goede praktijktoetsing. Zo weet ik uit ervaring hoe spannend het kan zijn om als jong verpleegkundige een wat ouder ervaren verpleegkundige te boordelen. Want wie ben ik als fris groentje om te beoordelen of een handeling goed of fout wordt verricht bij een collega die dit werk al jarenlang doet? Ik leerde dat dit júist belangrijk is. De zorg verandert, handelingen veranderen en er komen nieuwe handelingen bij door nieuwe inzichten. Je wilt het uiteindelijk goed doen met elkaar, zodat je er met het hele team sterk
voor staat en de patiënt goed wordt geholpen. En niet dat je er achteraf achter komt dat iets wat mis ging had kunnen voorkomen als de praktijktoetsing goed op orde was.
De uitdagingen
Naast, zoals ik net benoem, je een vooroordeel kunt hebben bij het toetsen van iemand met meer ervaring, kun je ook tegen andere uitdagingen aan lopen. Als een collega de toetsing namelijk niet haalt, is het belangrijk dit goed na te bespreken. Je zit in de snelheid van de dag en soms toets je iemand tussen je zorgtaken door. Voor je gevoel kan het tijdens een drukke dienst niet de hoogste prio zijn, maar het is toch belangrijk om met elkaar de gehele toets door te nemen en van elkaar te leren. Daarnaast is een goede toetsing afhankelijk van het leerklimaat van de afdeling. Een valkuil binnen afdelingen kan zijn dat alleen collega’s die veel ervaring hebben de praktijktoetsing uitvoeren. Terwijl jonge collega’s bepaalde handelingen ook heel goed kunnen toetsen. Zij hebben de handelingen recent in de praktijk geleerd en uitgevoerd. Bovendien is praktijktoetsen voor jonge collega’s leerzaam om te doen. Daarnaast is het belangrijk dat er op de afdeling een leercultuur heerst waarbij er voldoende tijd en ruimte wordt vrijgemaakt voor praktijktoetsing. Het is uiteindelijk van belang voor de kwaliteit van zorg die je samen levert.
Beoordelen als professional
Als praktijktoetser word je naast je reguliere werk een aantal uur ingepland om anderen in de praktijk te beoordelen. Waar moet je aan voldoen om een goede praktijktoetser te zijn? Een aantal tips:
- Straal vertrouwen uit, zorg voor een open houding en een onderbouwde communicatie.
- Zorg dat je eigen inhoudelijke kennis op orde is en weet welke methodes je kunt toepassen om te toetsen.
- Wees bekend met je eigen valkuilen. Vind je het bijvoorbeeld moeilijk een ervaren collega te toetsen? Probeer een manier te vinden om daarmee om te gaan. Bespreek de situatie goed van tevoren en spreek uit naar je collega dat je het moeilijk vindt.
- Beoordeel met een objectieve blik en laat persoonlijke situaties niet meespelen. Er zijn veel beoordelingscriterialijsten beschikbaar, deze helpen je objectief naar een situatie te kijken en inhoudelijk te beoordelen.
- Stel de getoetste gerust. Sommige collega’s kunnen zenuwachtig zijn. Geef ze de ruimte en bespreek rustig van tevoren wat er tijdens de handeling gaat gebeuren.
- Vergeet de nabespreking niet, deze is zeker zo belangrijk als het toetsen zelf. Vooral als de toetsing niet positief was. Wat zijn de vervolgstappen, wat kan de collega anders doen? Is het nodig een training te volgen of de theorie nogmaals door te nemen? Het is belangrijk dat iemand zich verder kan ontwikkelen, zodat het de volgende keer beter gaat.
Zelfreflectie
Het is belangrijk regelmatig bij jezelf na te gaan hoe je het doet als praktijktoetser. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld als praktijktoetsers bij elkaar in de keuken kijken. Beoordeel elkaar niet, maar gebruik elkaar om te sparren. De één doet het anders dan de ander, bespreek wat de voor- en nadelen daarvan zijn. Vraag daarnaast aan de getoetste die de handeling heeft uitgevoerd hoe hij of zij het vond gaan. Hoe werd de manier van toetsen ervaren? Geef de ander de ruimte daar een mening over uit te spreken. Sommige organisaties bieden een gezamenlijke training aan voor alle praktijktoetsers. Wellicht is er een nieuwe methode van praktijktoetsing ontwikkelt, zodat je met elkaar de laatste inzichten kunt delen. Leer van elkaar en sta daarvoor open, uiteindelijk komt dat de kwaliteit van de zorg alleen maar ten goede.
Wil je graag meer ontdekken over de verschillende methodieken en middelen om praktijktoetsing uit te voeren? Schrijf je dan direct in voor de training Praktijktoetsing op maandag 10 oktober 2022.
Auteur

Kristel van Egmond